The Vremde Mirror

Het enige betrouwbare medium uit Vremde buiten paragnostische Agnes

Maand: januari, 2025

7. Noodcolumn

Door omstandigheden die op zichzelf geen column waard zijn, had ik de afgelopen dagen geen tijd om er een te schrijven. Toch betekent dat niet dat ik u in de steek laat. De noodcolumn bewijst wederom haar diensten. De noodcolumn is een column die de columnist uit zijn lade haalt wanneer hij geen zin, tijd of inspiratie heeft en wie nu en dan een krantencolumn leest, weet dat minimaal een van de drie aspecten in de meeste gevallen aanwezig is.

Een goede noodcolumn is zo actueel als de laatste persbureauberichten, kan met andere woorden niet op een ander moment worden gepubliceerd en is dus niet te identificeren als noodcolumn. Ik meen de lezer hoofdschuddend te horen denken dat dit onmogelijk is. Je kunt niet weken op voorhand weten wat er staat te gebeuren. En als je dan bij toeval een noodcolumn over een actueel thema klaar hebt, dan lukt het onmogelijk om precies in te spelen op de gebeurlijke feiten en omstandigheden.

Twee dingen. Het is ten eerste belangrijk om noodcolumns over een breed scala aan onderwerpen klaar te hebben liggen. Zo heb ik noodcolumns over gebruikelijke onderwerpen als de kwetsbaarheid voor cyberaanvallen in de Spaanse Nederlanden, het paarseizoen van de egel en de Russische invloeden in Transnistrië, maar ook over nichethematieken als Tom Waes en Radja Nainggolan. Ten tweede vormt het schrijven van een noodcolumn een technisch kunststukje waar de begaafde columnist zich onderscheidt van de modale soortgenoten. Het is namelijk van belang om de column te schrijven, maar her en der, uiteraard op de juiste plaatsen, openingen te laten die vlak voor publicatie worden ingevuld, een werkje dat dan nog hoogstens vijf minuten in beslag neemt. Een concept-noodcolumn als het ware.

Laat ik de vorige mogelijk abstract klinkende alinea illustreren aan de hand van een noodcolumn die nog hoogstens vijf minuten bewerkingstijd behoeft. De column gaat over een thematiek die nog maar tot weinig originele columns heeft geleid en in die zin een beetje stiefmoederlijk wordt behandeld: de binnenlandse politiek. De titel is ‘politieke verantwoordelijkheid’.

Politieke verantwoordelijkheid

Er is nog altijd geen akkoord. Hoe kan dat toch? Er komt maar best snel een akkoord. Er is niet alleen de economische realiteit en het nijpende begrotingstekort, ook is dit een erg kwalijke zaak voor het al niet al te fraaie blazoen van de politiek. Als columnist heb ik altijd gezegd dat [columnist zet eigen visionaire karakter in de verf]. Dat het echter in deze extreme vorm deze kant zou uitgaan, had ik zelfs niet durven denken.

Voor het vertrouwen in de politiek is het belangrijk dat de politici samen gaan zitten aan tafel en water bij de wijn doen. Zijn de politici van deze tijd daar nog wel in staat toe? Sociale media hebben de politiek veranderd, maar is het niet aan de politiek om hier boven te staan? Zo was er afgelopen week het bericht op X/Instagram van [concreet voorbeeld van een optreden van een politicus op sociale media, wellicht Theo Francken of Conner Rousseau, maar iemand anders mag ook, uiteraard liefst niet de politicus die je af en toe de laatste nieuwtjes influistert].

Het is tijd dat de politici over hun schaduw heen stappen. Zonder het verleden te willen romantiseren: vroeger sloot men zich op in een kasteel en kwam men pas buiten als er een akkoord was. [verwijzing naar een begraven politicus met algemeen toegedichte staatsmanallures, het liefst Jean-Luc Dehaene] Het probleem is ook dat de politici elkaar niet vertrouwen wat betekent dat ze elkaar wantrouwen met als gevolg dat ze het moeilijk eens geraken. Dat is een probleem als je een akkoord wilt bereiken.

In de wandelgangen wordt gefluisterd dat het akkoord [onder andere X en Y] bevat. Het is maar zeer de vraag of dit soort compromissen het vertrouwen in de politiek herstellen. Dit is niet wat de kiezer heeft gevraagd en speelt alleen maar verder in de kaart van de extremen. Op de huidige generatie politici rust wat dit betreft een verpletterende verantwoordelijkheid. De geschiedenis zal ongenadig zijn over deze tijd. Wil de politicus met een beetje moed dan nu opstaan?

U merkt: het valt niet op dat het een noodcolumn is en de noodcolumn is ook nog eens multi-inzetbaar. Even perfect te gebruiken bij een regeringscrisis als bij een regeringsvormingscrisis.

Matthias Vangenechten

6. Eindelijk: een column over Trump

Nee, ik ga niet op de loop voor mijn verantwoordelijkheid. Er moet dringend iemand een column schrijven over Trump. Ik ga te snel: Trump heet Donald met de voornaam en is de nieuwe president van de Verenigde Staten. Ik moet u meteen tegenspreken dat dit van onooglijk belang is. Of het toeval is, laat ik in het midden (vast wel), maar sinds Trump president is, heeft hij een pak nieuwe vrienden. Sommige van die vrienden zijn rijk, andere van die vrienden zijn rijk en bezitten sociale media. Vrienden zouden vrienden niet zijn, mochten ze er niet alles aan doen om Trump het naar zijn zin te maken. Het zijn deze vrienden die bepalen welke berichten u wel of niet te zien krijgt in uw feed op sociale media waar deze column wordt verspreid. Het spreekt voor zich dat het geen goede vrienden zijn, mochten ze niet elk kwaad woord over Trump van hun kanalen bannen. Om de verspreiding van deze column in goede banen te leiden, komt het er dus op aan om me in de gunst te schrijven van Trump en zijn nieuwe vrienden.

Al bij al denk ik dat de impact op mijn columns zal meevallen, mits het hanteren van enkele eenvoudige stelregels. Sommige dingen kan ik gewoon niet meer schrijven. Dat is alles.

– Ik kan niet meer schrijven dat oligarchieën gevaarlijk zijn. Toch hoef ik me niet beknot te voelen in mijn expressievrijheid, nu ik nog wel kan schrijven dat democratische principes gevaarlijk zijn. Waarom vermeld ik dit zelfs? Het is uiteindelijk maar twee woordjes verschil.

– Ik kan niet meer schrijven dat vrije journalistiek essentieel is in een democratie. In de plaats hiervan schrijf ik dat een democratie niet essentieel is, laat staan dat kritische journalisten en columnisten een andere plaats hebben dan een donkere en veel te kleine gevangeniscel.

– Ik kan niet meer schrijven dat ik opkom voor collega-columnisten wanneer ze worden geïntimideerd voor een zuchtje tegenspraak. Ik noem hen verraders die hun ziel hebben verkocht aan hun principiële gutmenscherigheid.

– Ik kan niet meer schrijven dat de rechten van minderheden moeten worden beschermd. Gelukkig kan ik als blanke man wel columns schrijven waarin ik beschrijf hoe fatbikers en andere minderheden in de maatschappij mij het leven onmogelijk maken en prijs Trump dat hij voor mij opkomt. Ergens in deze column, misschien in de titel al, laat ik de woorden ‘woke’ en ‘waanzin’ vallen.

– Ik kan niet meer schrijven dat wetenschappelijke kennis een belangrijk houvast vormt in een gezonde samenleving, net zoals ik niet kan schrijven dat persvrijheid, mensenrechten, onafhankelijke rechters en geen staatsgrepen plegen bij een ongunstige verkiezingsuitslag essentieel zijn. In de plaats schrijf ik dat links andere minder gevaarlijke hobby’s moet zoeken.

– Ik kan niet meer schrijven dat Panama van Panama is (dat valt me eerlijk gezegd zwaarder dan ik had gedacht).

– Ik kan niet schrijven dat Trump wel zal meevallen. Dat wekt de suggestie dat ik met een bibberend hartje naar zijn nieuwe ambtstermijn kijk. Ik maak evenmin de fout naar de checks and balances te verwijzen ter geruststelling, want die vertragen de boel voor Trump, Musk en hun brede vriendenkring nodeloos en zouden beter per direct worden afgeschaft.

– Ik kan niet meer schrijven dat vrienden van Trump met fascistische ideeën een nazigroet brengen. Ik kan wel schrijven dat links eens moet ophouden met dat politiek-correct gezeik over symboliek.

– Ik kan niet meer schrijven, mocht dat al ooit in me opkomen, dat Trump een liegende en narcistische bullebak is die uit winstbejag over lijken gaat. Ik dank Trump zonder voorbehoud voor zijn inspirerende meedogenloze strijd tegen alle democratische grondbeginselen en voor zijn standvastig principieel opportunisme, voor zijn innemende persoonlijkheid en zijn fijnbesnaarde omgang met mensen in het algemeen en vrouwen in het bijzonder en natuurlijk voor al de kansen die hij de EU biedt om eindelijk de eigen broek op te houden.

Ik zeg het nogmaals helder en luid: in deze column is er geen plaats voor een onvriendelijk woord over Trump. Dat is een kwestie van principes.

5. Het is wat het is: een column over bosbranden

Ik gaf mezelf de opdracht om een column te schrijven over de bosbranden in Californië. U weet: een columnist moet van alle markten thuis zijn, dus zeker over de volgens Wikipedia bekendste vorm van natuurbrand, omdat het volgens Wikipedia de heftigste en meest zichtbare vorm is. Om te beginnen wil ik u in alle open- en kwetsbaarheid een kleine verantwoording geven waarom dit toch niet zo vlot ging als gedacht.

Ten eerste ben ik geen klimaatexpert, evenmin bezit ik kennis over de verspreiding en de preventie van bosbranden. Mijn meteorologische kennis is beperkt tot isobaren (Of waren het isotonen?). Ik heb me uiteraard ingelezen, de Sint Ana-winden hebben al hun geheimen prijsgegeven en dat de cocktail van een vonkje, droge natuur en krachtige winden tot problemen zou leiden, kan ik nu met veel aplomb verkondigen, maar om er nu een spitante of tegendraadse mening over te verzinnen, gaat me wat te ver. De wetenschap is de wetenschap. Daar ga ik niet tegenin. Om toch nog iets uit de brand te slepen, zou ik eraan kunnen toevoegen dat hoogstens een president van Amerika hiermee zou wegkomen.

Ten tweede bieden de bosbranden de gelegenheid het een keertje te hebben over een fenomeen dat zich afspeelt in de marge van onze denkwereld: de klimaatcrisis. Ze zouden een vanzelfsprekende aanleiding zijn om eraan te herinneren dat in 2024 voor het eerst de grens van 1,5 graden opwarming in een kalenderjaar is overschreden. Aangezien we banger zijn van de mensen die waarschuwen voor klimaatrampen dan de klimaatrampen zelf en ik niet wil dat u bang van me bent, schrap ik ook deze optie.

Ten derde kan ik ook niet schrijven dat ik al eens in Californië ben geweest. Mocht dat wel zo zijn, had u me allang zien opduiken in een tv-studio als Californië-expert om er met al mijn kennis van de lokale stratenplannen de situatie te duiden. Het zou wel goed zijn voor mijn schrijversgeloofwaardigheid. U moet er maar eens op letten wanneer u een boekachterflap erbij neemt: na hun naam schijnt de meest typerende eigenschap van auteurs tegenwoordig hun woonplaats. X is schrijver. Hij woont in New York. Soms Parijs. Een enkeling in Genua. Maar nooit Zwevezele of Zwolle.

Ten vierde en ten slotte blijkt er niets anders op te zitten dan te grijpen naar het ultieme redmiddel: de hypocrisie blootleggen. Zou de berichtgeving al die aandacht schenken aan de bosbranden mochten ze niet in de achtertuin plaatsvinden van een stoet filmsterren en bekende miljonairs? Dat zou ik dan uiteraard met veel empathie schrijven. Ik zou ook beklemtonen dit met veel empathie te schrijven. We zitten inmiddels met bijna drieduizend miljardairs opgescheept en dat aantal groeit, dus is de kans ook groter dat ze getroffen worden door bosbranden. 25 jaar geleden waren er dat nog 200. Opgescheept, je hebt er maar eentje nodig met een fragiel ego en een sociaalnetwerkwebsiteje om vrije verkiezingen in Europese democratieën op de tocht te zetten (Zo slaag ik er toch nog in om een maatschappelijk punt te maken.).

Geen denken aan dat je mij het leed van beroemdheden hoort relativeren. Verzekeraars die anders een bijzondere bekwaamheid tentoonspreiden in het munt slaan uit dieptreurige calamiteiten, trekken hun handen af van de dure huizen. Ik kan wel schrijven dat het erg is dat er over andere zaken niet wordt geschreven. Maar let op, ook dat zou ik dan uiteraard met veel empathie schrijven. Ik zou ook hier beklemtonen dit met veel empathie te schrijven. Door nog een onvolledig lijstje toe te voegen van het leed waar niemand het over heeft (oorlog in Myanmar (laatst veertig doden bij een luchtaanval, twintig miljoen mensen hebben nood aan humanitaire hulp), twee jaar oorlog in Soedan (bij de laatste tellingen twaalf miljoen mensen op de vlucht, de VN schat dat 3,2 miljoen kinderen onder de 5 jaar in 2025 er met acute ondervoeding te kampen krijgen), aardbeving te Tibet (meer dan honderd doden), tien jaar oorlog in Jemen (aantal doden: gestopt met tellen)), zou mijn punt vanzelf duidelijk worden.

Matthias Vangenechten (woont in Vremde)

4. Gelukkig zijn onze BV’s wel helden

Terwijl onze samenleving werkelijkheidsontkennend broederlijk collectief op zichzelf terugplooit, zijn we gelukkig wel gezegend met heldhaftige BV’s. Ik weet niet waaraan wij hen hebben verdiend en ik bied een beetje ongemakkelijk mijn excuses aan dat ze het slechts met ons moeten stellen. Zandhappen bij zestig graden in Namibië, gespiesd worden door een fris briesje bij min zestig graden in Groenland, de Kilimanjaro, op een stuk drijfhout dobberen op de oceaan, botsarborbeerders testen ter hoogte van de Kennedytunnel, zelfs urenlang in hetzelfde gebouw als Eric Goens vertoeven: voor onze BV’s is geen kwelling te zwaar. Mochten we het Belgische leger volledig bevolken met BV’s, zou zelfs Jonathan Holslag een bijna-optimistische toon aanslaan in een van zijn essays die hij dagelijks vanuit zijn burgemeesterskanseltje dicteert.

De angst neemt het van me over bij de gedachte dat onze BV’s ons zouden verlaten. Toegegeven, het is uiterst minimaal deze verdienste, maar we hebben ze wat er ook gebeurde alle kansen gegeven. We komen immers van ver. Ooit keken we op naar Ruben Van Gucht die de hele Ronde van Vlaanderen fietste. Dat hij dat kon en durfde, zich een hele dag laten filmen in een driekwartsbroek. Nu beseffen we dat dit geen kunst was. Nu gaan BV’s op zoek naar zichzelf en willen ze ontsnappen aan de waan van de dag en we weten allemaal dat dit maar op één manier kan: door bij zestig graden in de woestijn een gewicht voort te duwen waar een wedstrijdfitte Sisyphus niet aan begint, als toemaatje op de hielen gezeten door een troep leeuwen die zich een week hebben uitgehongerd.

Laat dit niet stoppen. Laat dit een begin zijn. Er is echter een probleem. Het gevaar is niet dat wij als kijker afhaken, wel dat de opdrachten die in onze belevingswereld beproevingen zijn onze BV’s niet in staat stellen om zichzelf tegen te komen. Inderdaad, deze formats zijn voor onze BV’s niet uitdagend genoeg. Zij worden gedwongen zwaar onder hun kunnen te presteren en dus wisselen ze huilbuien en diepe emotionele ontboezemingen in geënsceneerd rap tempo af. Want wat komen ze zichzelf lelijk tegen!

Beste programmamakers, het is alle hens aan dek. Voor ons, trouwe fans die zich gedwee en ook een tikkeltje gegeneerd een spiegel laten voorhouden door onze BV’s. En voor onze BV’s, die hun me-timemomentje nodig hebben bij maximaal min zestig of minimaal zestig graden. Daarom doe ik in ons aller belang u enkele formatideeën van de hand waarin onze BV’s hun limieten wel kunnen ontdekken. U doet ermee wat u wilt.

– Acht BV’s krijgen een stukje grond op de Westelijke Jordaanoever (Palestijns grondgebied). Wat leuk, ze krijgen een Israëlische buur. En nog één. En er komen er nog veel meer en ze willen het stukje grond van onze BV’s. Wat schattig, ze hebben zelfs tanks. Kunnen onze BV’s om met deze dreiging? Kortom, je weet nooit wat er gaat gebeuren. Dat maakt het format lekker authentiek.

– Het is avondspits. Het miezert al een hele dag. Tien BV’s durven het aan om (Pardon, nog negen. Er was er eentje al vertrokken met alle gevolgen van dien.) de Lange Leemstraat van start tot finish te fietsen en in de onwaarschijnlijke hypothese dit nog mogelijk is ook terug.

–  Hoe zou de dagelijkse realiteit zijn van een gemiddeld voor driekwart uitgemoord gezin in Soedan op de vlucht voor hun leven? Een maand lang stappen zeven BV’s (Dus ook andere BV’s dan Astrid Bryan en Natalia.) in Soedan uit de westerse ratrace en gaan er op zoek naar zichzelf en schoon water en al snel ook naar medicijnen tegen cholera.

– Twaalf BV’s meten zich een kleurtje aan en doen mee aan een studentendoop in het Leuvense. De BV’s die het einde halen (Er doen er zekerheidshalve twaalf mee en geen acht of tien), mogen in de seizoensfinale raden welke bullebak later welke overbetaalde functie krijgt. Schachtentemmer van dienst is Acid.

– Te gast zijn in een show van James Cooke.

(Dat laatste is een grapje, ik ben geen sadist.)

Matthias Vangenechten

3. Goede voornemens

Ter gelegenheid van mijn eerste columns ontving ik een brief van een vooralsnog trouwe lezer. (Ik heb niet echt een lezersbrief ontvangen, dat is gewoon een retorisch trucje om iets te zeggen wat je wilt zeggen, maar waar niet per se iemand acht op had geslagen en nu wel omdat je er zelf over begint.) Ik vat de brief goed samen door te schrijven dat de lezer vindt dat ik te zwartgallig ben. Een opbeurende toon zou mijn talent beter uit de verf laten komen. (Ik kan er ook niet aan doen dat de briefschrijver over mijn talent begint.) De lezer illustreert dit aan de hand van een van de spraakmakende passages in mijn columns: ik eindigde mijn laatste column namelijk met de voorspelling dat de mensheid er het loodje bij legt in december 2025. (Overigens een voorspelling waar ik nooit mee win, aangezien ik er alleen kan op worden aangesproken als ze fout is.) De lezer heeft gelijk. Daar had ik positiever kunnen zijn door het einde van de mensheid al in juni te voorspellen.

Ik zou het advies van de lezer ter harte kunnen nemen door bij wijze van goed voornemen voor 2025 te beloven een opgewektere toon aan te slaan in mijn columns. Is dat voornemen wel zo goed? Als columnist is het mijn taak om alle kanten van de actualiteit te belichten. Dus niet alleen de negatieve en de pessimistische, maar ook de ronduit donkere. Om de rest van deze column te vullen, schijnt het me een goed idee om een goed voornemen te ontwikkelen voor 2025. Een goed voornemen is realistisch, maar ook ambitieus. Mensen mogen niet de indruk krijgen dat je zomaar wat zegt, maar door elke dag een glas water te drinken dwing je geen respect af tenzij je in Gaza woont. Ieder zo een eigen smaak, maar honger uit de wereld helpen vind ik persoonlijk dan weer een mooi voornemen. Al stuit dit dan weer op logistieke obstakels en is het uiteindelijke welslagen moeilijk verifieerbaar waardoor je aan het eind van 2025 van die discussies krijgt waar je geen zin in hebt of je nu je woord hebt gehouden of niet.

Een beetje besluiteloos zoek ik de populairste goede voornemens op. Die blijken in deze volgorde te zijn: gezonder leven, stress verminderen en iets nieuws leren. Ik wist niet dat dit de drie populairste goede voornemens zijn (Zo heb ik meteen iets nieuws geleerd.), dat vermindert mijn stress omdat ik zo al een voornemen heb vervuld, wat goed is voor mijn gezondheid. Daar kom ik kortom niet veel verder mee.

In mijn zoektocht naar een goed voornemen word ik altijd gekweld door hetzelfde probleem: ofwel is het goede voornemen universeel relevant en praktisch haalbaar maar niet bijster origineel ofwel is het goede voornemen origineel maar onuitvoerbaar.

Een goed voornemen uit de eerste categorie kan zijn dat ik me een jaar lang alleen maar druk maak om dingen die er echt toedoen, waarbij mijn columns het wekelijkse bewijs vormen dat ik mijn goede voornemen ernstig neem. Zo had ik mezelf in de rest van deze column het vrijgeleide kunnen geven om me op gepaste wijze uit te drukken over voetgangers die vijf meter naast het zebrapad het fietspad opwandelen en dan driftig gesticuleren tegen fietsers die niet stoppen, terwijl ik me anders zou laten verleiden tot het schrijven van een column over de situatie in Soedan. (Ik wil u wel de vermoedelijke strekking van deze column onthullen: de situatie kan er beter.)

Een voornemen uit de tweede categorie: een veelgevraagd politiek analist worden die politici niet aanport snel een regering te vormen omdat de trage gang de extremen in de kaart speelt om wanneer er een regering is de compromisbereidheid niet te hekelen omdat die de extremen in de kaart speelt.

Een universeel relevant en praktisch haalbaar maar niet origineel of een origineel maar onuitvoerbaar goed voornemen? Ik kies voor een niet-origineel en nog minder uitvoerbaar: knopen doorhakken.

Matthias Vangenechten