The Vremde Mirror

Het enige betrouwbare medium uit Vremde buiten paragnostische Agnes

Maand: februari, 2025

10. Ook columnist maakt noodpakket klaar

Ik heb Jonathan Holslag hoog zitten. Je moet het maar kunnen: farmaceuten breken al jaren hun hoofd over de ontwikkeling van een antidepressivum dat mensen die onverhoeds een interview met Holslag hebben gelezen erbovenop kan helpen en het lukt ze maar niet. In die mate zelfs dat ze er depressief van worden, maar niet zo zwaar als mensen die een interview met Jonathan Holslag hebben gelezen.

Het mag geenszins verbazen – en ik vermoed dat ik niet alleen ben – dat de verzamelde interviews met Jonathan Holslag en de verzamelde columns van Jonathan Holslag het eerste en het enige zijn wat in mijn noodpakket zit. Water, wc-papier en bonen omgord door blik, allemaal aardig en fraai, maar de eelt op mijn ziel wil ook wat, net in tijden van oorlog. Zijn boodschap mag dan bekender zijn dan die van virologen over afstand houden en mondmaskerdracht in de zoveelste dood zaaiende coronagolf, telkens als er een column, essay met de lengte van een bundel of een interview van of met Holslag verschijnt – en dat gebeurt helaas te weinig, omzeggens twee keer voor de noen en drie keer na de noen – maakt mijn hart verrukt een apocalyptisch sprongetje. Dankzij Jonathan Holslag weet ik al jaren wat er op ons afkomt en heb ik ook verklaringen voor alles.

Kernachtig komt het erop neer dat West-Europeanen vadsig en decadent zijn, omdat de meesten nooit een oorlog hebben meegemaakt en het kennelijk normaal vinden dat mensen elkaar niet afslachten. Het begint al bij de kleinste koters die niet weerbaar genoeg zijn en dat ligt niet alleen aan de jeugd maar ook aan hun ouders en de kleuteronderwijzers die liever sprookjes met prinsen en jonkvrouwen voorlezen dan columns van Jonathan Holslag. Het gevolg laat zich raden: Europa gaat kapot, er komen gitzwarte tijden aan, we zijn fragiel, zwak en onbeholpen en we gaan allemaal dood op een niet-leuke manier.

Maar we kunnen er nog iets aan doen, weliswaar elke dag almaar minder, maar het kan nog. Niet dat Holslag fan is van Trump, hij verduidelijkt dat hardop, wel is het een fraaie opportuniteit voor Europa om zijn burgers een minder afkerige omgang met schietpistolen (Anderlecht, dit gaat niet over jullie) aan te brengen. Kwalijk is dat Europa keer op de keer opportuniteiten mist. Oorlog in Oekraïne, een opportuniteit. Trump, een opportuniteit. Ruzie op de speelplaats van lagere school De Inktvis in Tienen, een opportuniteit.

We moeten weer leren vechten voor onze waarden. Het ambetante aan oorlog is dat het eerste wat sneuvelt de normen en waarden zijn die je meent te verdedigen zodat je snel in een cirkel van waanzin belandt, maar je kunt natuurlijk niet alles hebben in oorlogstijd.

Het bewonderenswaardige aan Jonathan Holslag is dat hij niet moedeloos wordt van de domheid en lethargie die om hem heen woekeren, maar dat hij belangeloos zijn inzichten met ons blijft delen. Als mensen zich verbazen over geopolitieke realiteiten, verbaast Jonathan Holslag zich over de verbazing. Hij zegt het al jaren en we hebben niet geluisterd en hij zegt het al jaren dat hij het al jaren zegt en nog altijd luisteren we niet. West-Europa is niet klaar voor de oorlog die voor de deur staat, iets wat Jonathan Holslag al jaren voorspelt, zo zegt Jonathan Holslag, en kijk nu. (Oké, we zijn nog niet in oorlog, maar dat scheelt niet veel meer. In termen van Jonathan Holslag zijn we naar schatting nog maar zevenendertig columns, drieëntwintig essays en zeventien interviews verwijderd van een oorlog.)

Het is misschien onhandig dat mijn noodpakket elke dag groter wordt, maar dat weegt niet op tegen het feit dat ik klaar ben voor de oorlog. Mocht er een bom op mijn kamer vallen, lees ik onder het puin een column van Jonathan Holslag en ben ik dankbaar dat mijn ellende nog goed meevalt. Hoe ik vervolgens geschikte antidepressiva bemachtig, zie ik dan nog wel.

Matthias Vangenechten

9. Nog een column over Trump

Er zijn verschillende personen die ik bewonder: kijkers van James & co, gasten in James & co, publiek in James & co en al de columnisten die columns over Trump schrijven. De bewondering voor die laatste groep kwam er toen ik het idee opvatte om zelf een column over Trump te schrijven. (De bewondering voor hen bestond dus nog niet voor ik een column over Trump wou schrijven, kwestie dat u niet denkt dat ik columns schrijf om mezelf te kunnen bewonderen.) Let op, ik had ideetjes genoeg. Alleen gold voor elk ideetje meer dan één bezwaar.

Zo zou ik kunnen schrijven dat er in navolging van Trumps plan om de Gazastrook etnisch te zuiveren ten faveure van een mondain vastgoedprojectje nog uitdagende vastgoedopportuniteiten zijn. Ik denk in de eerste plaats aan het Colosseum dat een verkommerde bouwval is met een bijzonder potentieel op het vlak van eventbeleving, handel en kantoorruimten. Of aan het Amazonegebied dat geteisterd wordt door hardnekkige bomengroei ten nadele van de productie van voer voor dieren die later geplet liggen tussen een zompig broodje in Amerikaanse diabetestenten. Of een nieuw voetbalstadion in Brugge. Zoals u merkt, schiet de satirische insteek flink tekort. Het laatste idee buiten beschouwing gelaten, kan niets Trump qua absurditeit overtreffen.

Ik zou kunnen schrijven dat bij Trump theater de essentie is. Dat het een act is die draait rond de act die bestaat uit het tonen van macht, maakt niet uit hoe. Of preciezer gesteld: hoe primitiever, hoe beter. Dat met hoe meer ongerijmdheden Trump wegkomt, hoe machtiger hij zich inbeeldt te zijn. Dat het ook weinig uitmaakt of wat hij zegt ooit werkelijkheid wordt. Dat hij ofwel zijn macht kan etaleren door zijn zin te krijgen of dat hij anders wordt tegengewerkt door elites die verder moeten worden weggezuiverd en dat hij intussen de grenzen van het betamelijke verder verschuift en dat hoe meer van deze grenzen hij oversteekt die niet over te steken leken, hoe moegetergder de tegenstand en hoe groter de kans dat het een volgende keer wel lukt. Dat hij zich niet schaamt om leugens, maar dat hij leugens countert met nog meer en hardere leugens om de waarheid compleet aan het zicht te onttrekken. Dat ik achter een logica zit te jagen waarvan het bestaan hoogst twijfelachtig is en ik het onbegrijpbare verklaarbaar aan het maken ben terwijl het compleet krankzinnige net in al zijn complete krankzinnigheid intact moet blijven.

Ik zou kunnen schrijven dat we het niet of minder over Trump moeten hebben. Het overtuigt me niet. Trump is naar mijn persoonlijke inschatting niet schuw van aandacht. Maar door met de rug naar de werkelijkheid te staan, verdwijnt ze niet en dreig je het abnormale te normaliseren. Ik zou bijgevolg kunnen schrijven om het wel over Trump te blijven hebben, de stoet aan malligheden ten spijt. Maar hoe? Door netjes de feiten te benoemen natuurlijk. Alleen is schrijven over de autocratisering van de VS niet hetzelfde als een weerbericht presenteren. Het benoemen is overigens gebeurd, ten miljoenen male. Trumps plannen weglachen is een al even kansloos idee. Zijn idioterieën vallen bloedernstig te nemen. Ik zou kunnen schrijven over de inwendige worsteling hoe ik word geslingerd tussen wel of niet over Trump schrijven en zo ja, in welke vorm. Of u daar wat aan hebt, durf ik te betwijfelen.

Ik zou kunnen schrijven dat het abnormale het normale is geworden en dat we bij herhaling van het abnormale en het almaar abnormaler worden van het abnormale wat eerder nog als abnormaal werd beschouwd met een abnormale vaart als normaal gaan beschouwen. Het overtuigt me niet. Dan maar geen column over Trump.

Matthias Vangenechten

8. Hoera, we hebben een regering!

We kunnen weer ademen, tenzij u een asielzoeker bent of geen werk hebt of langdurig ziek bent. We hebben een nieuwe federale regering. Door te lang te luisteren naar professionele commentatoren en duiders voor wie de loutere creatie van een regering een grotere obsessie was dan voor de onderhandelaars zelf (hun drie belangrijkste redenen: geloofwaardigheid van de politiek, ‘het heeft nu wel lang genoeg geduurd’, zo vaak hetzelfde moeten zeggen dat het zelfs hen begint op te vallen), zou je haast vergeten dat het voor sommige mensen levensbepalend is wat die regering concreet van plan is.

Al even interessant is het mensbeeld dat opstijgt uit de beleidsplannen en -prioriteiten. Aangezien een aantal regeringspartijen liever hun ziel zo omzwachteld mogelijk inruilen voor een beetje macht, raken visies, mensbeelden en intenties gemakkelijk verstikt in mistige ministerpraat. Gelukkig is daar aan gedacht door Theo Francken minister te maken. Geen plaats voor ondubbelzinnigheden bij hem. Het beleid zal betreffende eender wat het strengste ooit blijken, er zal vanalles worden aangepakt en als het niet wordt aangepakt, zal het worden opgekuist. Voor ethische bezwaren is er dan weinig plaats. Zolang het niet gaat over de meerwaardebelasting natuurlijk, die is immoreel en onethisch. Francken is niet de man die zich verliest in details. Op de kritiek van de vrouwelijke ondervertegenwoordiging, antwoordde Francken in Terzake dat hij, Theo Francken (ik gok eerder (m.)), er niet wakker van ligt dat er geen vrouw in het kernkabinet zit. Waar Trump de doodskist van satire is, mag Francken zich een verdienstelijke nagel noemen.

Wat alvast het strengste ooit zal zijn, is het asielbeleid. Kennelijk is er nog bewegingsruimte rechts van kinderen op straat laten slapen. Francken – niet de minister van migratie en daar zullen we ons deze legislatuur meermaals actief aan moeten herinneren – postte een zeventig-minus-vijf-puntenplan dat dit strengste asielbeleid ooit moet illustreren. Deze punten laten zich samenvatten als het straffen, in de weg zitten, eindeloos vermoeien, wantrouwen en stigmatiseren van mensen in maatschappelijk de minst benijdenswaardige positie. Op een speelplaats heet dit pesten, in de grotemensenpolitiek is het ferme daadkracht.

(Komt na ampel zoeken in geen van de zeventig-minus-vijf punten voor: een humaan perspectief voor mensen op de vlucht, een constructieve bijdrage om nieuwkomers zich gewenst te laten voelen en een beetje begrip en mededogen in het algemeen.)  

Nu kun je – bijvoorbeeld als coalitiepartner in de almaar fictievere veronderstelling dat er coalitiepartners zijn die hier maagkramp van krijgen – stilletjes negeren wat je hebt onderhandeld en al even stilletjes hopen dat het en cours de route wordt afgezwakt en als er je iets wordt gevraagd gemeenplaatsen bazelen over rechten en plichten, uiteraard zeggen dat je naar de mensen hebt geluisterd die de massamigratie (let op de neutrale woordkeuze) echt zat zijn nadat politici hen al jaren inlepelen dat minder migratie de oplossing is voor alle problemen waarvan mensen het bestaan niet wisten en inbedden in een groter verhaal dat allang geen antwoord meer is op de vraag.

Gelukkig is er zoals aangehaald aan gedacht om Theo Francken minister te maken. Geen plaats voor ondubbelzinnigheden bij hem. Nee, hij verhult geenszins waar het hem werkelijk om te doen is. Trots pakt hij ermee uit de pestkop van de klas te zijn. Hij viert zijn moed die nodig is om te trappen op wie op de grond ligt, vergetend dat hij niets te vrezen heeft en dat hij nog eindeloos naar rechts kan gaan bij gratie van mede zelf opgefokte antimigratiesentimenten. In afwachting van de realisatie van elk van de zeventig-min-vijf punten zal er flink worden aangekondigd, met als ondubbelzinnige boodschap het problematiseren van nieuwkomers. Komt een maatregel er niet? Die likes op X en Facebook pakken ze hem niet meer af en dan is hij vast het slachtoffer van die vieze rechters met hun rechtstatelijke principes. Dan kan hij zeggen er alles aan te hebben gedaan, hij wel. En dat hij moe is van de strijd. In de comments laat hij zich complimenteren door zijn volgers die vragen om verder te werken. En martelaar Francken zal blijkens een volgende post verder werken. Vastberadener dan ooit. Vuistje. Delen mag. Prettige dag nog.

Dit vijf jaar lang. En dan moeten we onszelf er actief aan herinneren dat Francken geen minister van migratie is, maar iets gaat doen met tanks en wapens in een geopolitiek netelige context.  

Matthias Vangenechten

Overzicht: dit is de nieuwe federale regering

Een belangrijke vraag is wie de ministers worden in de regering-De Wever. Wij kunnen de eerste namen onthullen.

(c) Wikimedia Commons

Theo Francken: minister van Aanval is de beste verdediging en Oorlogspreventiepreventie

Onversaagd zet hij de boel op scherp. Gooit hij vuur bij de olie op het vuur. Maar nooit zonder reden: altijd voor de likes op Facebook en X. Dat is Theo.

Georges-Louis Bouchez: minister van Diplomatieke Zaken en Effectieve Dialoogbevordering

Het is essentieel dat de regeringslieden met elk hun verschillende achtergrond op goede voet met elkaar staan. Wanneer er brokken moeten worden gelijmd, treedt Georges-Louis op de voorgrond. Anders mogelijk ook.

Radja Nainggolan: minister van Diplomatieke Betrekkingen met de Onderwereld

Voorheen: minister van Justitie. Om grip te krijgen op de criminele milieus stelt De Wever een minister aan die het wereldje een beetje kent en die gemakkelijk met iedereen door één deur kan. Desnoods de deur van een container in de Antwerpse haven.

Stijn Baert: minister van Sfeerbestrijding, Peuteractivering en Op de kleintjes letten behalve de grote vermogens want die hebben geen kleintjes

Voorheen: minister van Begroting. Geen verdere uitleg nodig.

Charles Michel: staatssecretaris van Tewerkstelling voor zichzelf

Elke job erbij telt. Handen uit de mouwen! Om het goede voorbeeld te geven, heeft Charles Michel alvast een job gecreëerd: staatssecretaris van Tewerkstelling voor zichzelf.

Mia Doornaert: minister van Trump is de kwaadste niet

Voorheen: minister van Buitenlandse Zaken. Er zitten ook vrouwen in deze regering, jazeker. Doornaert houdt de banden warm met oligarchieën zoals de Verenigde Staten. Opgelet: hier rijst mogelijk een bevoegdheidsconflict met de minister van Diplomatieke Betrekkingen met de Onderwereld.

Nicole De Moor: staatssecretaris van Ongewenst volk en Grootstedelijke tentenkampen

Voorheen: staatssecretaris voor Asiel en Migratie. De staatssecretaristitel sluit nu beter aan bij de functieomschrijving, maar verder verandert er niets.

Conner Rousseau: staatssecretaris regen Racisme (echt wel) en voor Het mag ook weleens gezegd worden want amai

Amai ja.

Jean Marie Dedecker: minister met Emotionele intelligentie en Empathische zorgzaamheid

Om niet onmiddellijk de indruk te wekken van een kille, hardvochtige rechtse regering, maakte Vooruit er een breekpunt van om een minister te hebben die domeinoverschrijdend toekijkt op de empathie en de emotionele intelligentie in de communicatie van al de regeringslieden. Er was al snel consensus dat deze taak het best kan worden ingevuld door een onafhankelijke.

Rik Torfs: minister voor de Bestrijding van giftige en met vals cynisme bedekte retoriek en voor de Bestrijding van al de zwakkelingen met hun leefloontje die profiteren op kap van de hardwerkende Vlaming

Voorheen: minister van Gelijke Kansen en Sociale Zaken. Men verwacht geen merkwaardige verschillen.

? : staatssecretaris van Onbelangrijke Zaken, Irrelevante Zaken en Zaken die er werkelijk niet toe doen

Voorheen: minister van Klimaat, Leefmilieu en Ontwikkelingssamenwerking. Niet van belang wie deze post betrekt.