Vremde (aldus Hugo Matthysen)

door The Vremde Mirror

Ik had eens een vriendin, zij heette Nancy

Het was zomer en ze wilde op vakantie

Maar ze was ook van de laagsteprijsgarantie

En dus werd een citytrip naar Vremde onze vakantie

 

Ik zei ‘schat, zo veel opwinding kan ik niet aan’

’t Is vast nog kalmer in Kaboel of Borgerhout

Toen zei ze ‘makker, daar ligt volgens mijn schatkaart goud’

En dus liet ik haar niet begaan

 

Vremde Vremde, wonderschoon dorp

Alles en iedereen op een steenworp

Vremde Vremde, parel aan de Molenbeek

De mooiste plek op aarde voor wie houdt van een beetje fake

 

Ik hield van goud, wij dus voor onbepaalde duur

Naar Vremde, voor wat heet een liefdesavontuur

We kuierden er ’s avonds door de straten

Op zoek naar geluk in de vorm van gouden dukaten

 

Weken hebben we liggen graven zonder versagen

Het beoogde geluk kwam dichter bij elke spadesteek

Tot me een uitspraak van Nancy begon te dagen

‘Ik lees te veel Jommeke’, wat dus werkelijk ook zo bleek

 

Vremde Vremde, wat was het er amusant

Het weer was altijd gevarieerd en het goud verdacht transparant

Vremde Vremde, nu voel ik mij een kieken

Maar ik was er wel Jommeke en mijn Nancy Rozemieke

 

’s Morgens spek met koteletten, ‘s avonds koteletten met spek

Alle dagen uren wandelen onder de kerk, zot gevaarlijk

Duizend dikke bomma’s keken mee achter hun gordijnen

Foeterend in zichzelf dat we uit hun zicht moeten verdwijnen

 

Vremde Vremde, hangt ge er achter een tractor, toetert dan eens luid

Maar ge geraakt toch niet rapper vooruit

Vremde Vremde, ‘k lig er soms nog wakker van

Vremde verderfelijk oord, blijf er weg als het kan