‘Stuur werkonwillige pasgeborenen naar Syrië’
door The Vremde Mirror
Dagelijks worden er in dit land honderden kinderen geboren. Stuk voor stuk brengen zij de Sociale Zekerheid in gevaar. Ze werken niet, ze verwachten dat er scholen voor ze wordt gebouwd, er moet naschoolse opvang worden voorzien en ze kakken ook nog eens in hun broek. ‘De tijd van zulke privileges is voorbij, iedereen moet zijn steentje bijdragen,’ zo meent Liesbeth Homans (N-VA) die werkonwillige baby’s naar Syrië wil sturen.
‘Hebben baby’s dan geen enkele zin voor verantwoordelijkheid?’ vraagt een zichtbaar getergde Homans zich af. ‘Heel het land bezuinigt en spant zich in om de economie te redden. En zij liggen in hun meest vitale jaren daar maar wat te slapen, te schreien en zich te wentelen in zelfmedelijden, terwijl ze zich evengoed economisch relevant kunnen bezighouden. We kunnen dat niet blijven opvangen.’
Exacte cijfers kan Homans niet voorleggen. ‘Zeker is dat de tewerkstellingsgraad bij kinderen en nog meer bij baby’s in vergelijking met de landen in Afrika en Zuidoost-Azië schrikbarend laag ligt. Dit is het gevolg van het falende pamperbeleid van de afgelopen jaren. Solidair is mooi, maar we moeten niet naïef zijn. Ze denken zich nu alles te kunnen veroorloven. Baby zijn is een verhaal van rechten en plichten. Dat mag vaker benadrukt worden.’
Daarom koppelt Homans voorwaarden aan het verblijf van baby’s in ons land. ‘Baby’s die één jaar na hun geboorte nog niet aan het werk zijn, hebben al een jaar te lang geleefd op kap van de staat,’ oordeelt Homans. ‘En zullen naar Syrië worden gestuurd, een land dat met een leegloop kampt. Al hun labbekakken komen naar hier, dus sturen wij als tegenprestatie de onze. De opvang daar mag geen probleem vormen, er staan in Syrië nu heel wat huizen leeg.’
Homans wil het beeld van hardvochtige tante toch ook even bijsturen en toont derhalve empathie. ‘Natuurlijk besef ik dat het emotioneel zwaar kan zijn om je baby na één jaar richting Syrië te zien vertrekken, maar afscheid moet er ooit genomen worden. En het hoeft niet definitief te zijn. Wanneer ze werk vinden dat niemand anders wil doen, is een terugkeer mogelijk.’