Syrische scholieren schrijven brieven naar Belgische treinreizigers
door The Vremde Mirror
De 62 Syrische jongeren tussen 12 en 18 jaar die momenteel onderwijs genieten, hebben in het kader van een actie van verschillende hulporganisaties brieven geschreven naar treinreizigers in België. Met deze brieven willen ze hun solidariteit betuigen en hopen ze hun leed voor zover dat kan althans een beetje beter te begrijpen.
Eén van de briefschrijvers is Aziz (13) uit Raqqah. ‘Omdat de Syrische jongeren te onverschillig zijn voor al het lijden en verdriet in de wereld.’
‘Dat veel van mijn leeftijdsgenoten en ikzelf bij al dit onrecht niet stilstaan, is gevaarlijk,’ beseft Aziz. ‘Syrië groeit zo uit tot een hardvochtige maatschappij waarin geen plaats is voor empathie. En wanneer de ellende van de Belgische treinreizigers dan ter sprake komt, heerst er in hoofdzaak afwijzing en vijandigheid hoewel we nauwelijks kunnen bevatten wat zij moeten doorstaan. Ook ik reageerde weleens vol onbegrip, zo erg zal het allemaal niet zijn. Tot je de schrijnende, hartverscheurende tweets verstuurd vanop hun iPhone 6S leest. Leefden mijn ouders nog, hadden ze me voor dit gedrag zeker berispt.’
Enkele aangrijpende passages
‘Ik ben eigenlijk in België geboren, maar zit op Erasmus bij de jezuïeten van IS. Het is mooi dat ik nu mijn verbondenheid met mijn broeders kan uitdrukken, die door de wispelturigheid van de NMBS niet met de trein op de vlucht kunnen slaan, laat staan dat al die onzekerheid ze in staat stelt deftig een treinkaping voor te bereiden.’ (Ahmed)
‘Ik speel ganser dagen verstoppertje in de schuilkelder. Hopelijk hebben jullie ondanks alle vertragingen nog tijd om leuke spelletjes te spelen.’ (Bashar)
‘Ik leef zeer met jullie mee. Jullie problemen relativeren toch ook wel onze kopzorgen en de banaliteiten van alledag, waarmee ik jullie zelfs niet durf te vervelen. Vroeger ergerde ik me soms aan de kogelgaten in de muren van het klaslokaal of aan een leraar die niet kwam opdagen omdat hij ontvoerd werd alsmede de keel overgesneden, nu ben ik al blij dat ik hier nog zit.’ (Malik)