Frits-Frederik Philippen (1929-2018): ‘De man die geen vlieg kwaad deed’

door The Vremde Mirror

Gisteren overleed Frits-Frederik Philippen, door vriend en vijand omschreven als de voornaamste entomo-oncoloog na de Tweede Wereldoorlog, die zijn leven onmiskenbaar tekende.

Zijn vader collaboreerde beroepshalve en zijn moeder bleef thuis en hield de voetjes van Duitse soldaten warm, zo ging dat in die tijd.

Dat de jonge Frits-Frederik is opgegroeid te midden van kakkerlakken bleef niet zonder gevolg. Hij ontwikkelde een buitengewone interesse voor ongedierte en specialiseerde zich metterjaren in insecten.

Philippen was 16 toen hij zich in een brief richtte aan Godfried Bomans en hem op 73 fouten wees in Erik of het klein insectenboek. Bomans antwoordde prompt dat hij niet zo moet mierenneuken, maar corrigeerde ze bij de volgende herdruk wel alle 73.

Philippen bleef echter hard aan de weg timmeren. In 1956, hij was net 27, voltooide hij cum laude zijn doctoraat over de effecten op het mesosternum bij huisvliegen wanneer die geplet worden door een boek van 288 pagina’s. De conclusie luidde dat de effecten van een boek (288 pagina’s dik) op het mesosternum bij vliegen gelijkaardig zijn als op het mesopleuron, metasternum en prescutum, waarnaar door de vermaarde Zweedse dokter Gustafsson (1888-1953) al uitgebreid onderzoek was verricht.

Twee vliegen in één klap: Philippen had zijn doctoraat beet en zijn ontdekking leidde logischerwijs tot een schokgolf in menig huiskamer met dien verstande dat mensen tot voor kort bij het doodmeppen van een huisvlieg het mesosternum poogden te ontzien, maar dat dit klaarblijkelijk tot niets diende.

In 1964 boekte Philippen een enorme doorbraak in de behandeling van tumoren aan de binnenzijde van vleugels bij muggen. Inspuitingen met antilichamen vertragen de groei van de tumoren met 50 à 65%, de levensverwachting van de mug steeg hierdoor met anderhalve dag en deze specifieke vorm van muggenkanker werd een chronische ziekte wat de levenskwaliteit merkelijk verbeterde.

Philippen werd hiervoor in 1965 bekroond met de prestigieuze Moettaëcht-prijs.

Sindsdien is Philippen een graag geziene gast in talkshows op radio en televisie als het over kanker bij insecten gaat, zonder hierbij zijn werk als academicus te veronachtzamen. Zo legde hij als eerste het verband tussen insectenincest en voelsprietkanker bloot.

Iedereen is vol lof over Philippen. Michel Wuyts noemt hem hardop de grootste entomo-oncoloog aller tijden.

‘Philippen heeft de verdienste de entomo-oncologie in Vlaanderen op de kaart te hebben gezet. Bovendien was het een zeer innemende en gedistingeerde man die geen vlieg kwaad deed,’ getuigt lauwelijkenexpert Mia Doornaert.

‘Een monument is niet meer. Hij deed voor velen het licht branden, in Eindhoven en ver daarbuiten,’ twittert Joke Schauvliege.

Aan het eind van zijn professionele leven verraste Philippen alleman door een tweede carrière als onco-entomoloog na te jagen. ‘De onco-entomologie is mijn tweede grote passie. Een jeugddroom die in vervulling gaat,’ zo sprak hij. Die droom liep echter af op een sisser en ontgoocheld trok hij zich terug uit het publieke leven.

De jarenlange inzet voor kanker bij dieren die sowieso niet lang te leven hebben, werd in 2005 met een 334ste plaats beloond in de verkiezing van de Grootste Belg.

Frits-Frederik Philippen overleed op 88-jarige leeftijd na een slepende ziekte.