Voor u vertaald: de startnota
door The Vremde Mirror
Is zo: wij hebben de startnota van Bart De Wever niet gelezen. Redenen: verschrikkelijk goede. Omdat wij niet willen dat u verstoken blijft van evenwichtige duiding, hebben we een vertaalbureau ingehuurd dat bovendien uitblinkt in teksten herleiden tot de essentie. Hieronder het resultaat.
‘Mannekes, de wereld verandert, is niet plezant. We kunnen dat niet aan, we kunnen dat niet veranderen, maar we kunnen dat zo niet zeggen. Als we nu eens zeggen dat de wereld een boze plaats is waar de Vlaming zich van moet afschermen, tenzij het is om centjes te schrapen. Dat klinkt al beter.
Er is meer goed nieuws: we kunnen ontkennen dat de wereld verandert en dat is exact wat we de komende legislatuur gaan doen.
Als we nu eens doen alsof de Vlamingen een fantastisch volk zijn dat van buitenaf wordt lastiggevallen en daardoor het soms wat lastig heeft om superieur te zijn. Belangrijk is dat we de Vlaming wijzen hoe hij superieur kan zijn: elke dag naar en van het werk in de file staan en ’s avonds pompaf in slaap vallen voor zijn tv bij grootse Vlaamse producties zoals Loslopend Wild.
Werk is alles. Voor wat moet de Vlaming anders leven? Als die het in zijn hoofd krijgt dat leven meer is dan werk en mentaal bezwijkt (gemengd bloed waarschijnlijk), dan zeggen we ‘niet flauw doen’ en ‘iedereen heeft het weleens moeilijk’ en ‘drinkt een pint en stopt met zeveren’. De Vlaming is fors! De Vlaming is sterk!
De invloeden van buitenaf gaan zich moeten bewijzen. Ze moeten Vloms klappen, doen zoals iedereen en zich de Vlaamse identiteit toe-eigenen. Wat heel gemakkelijk is, daar de Vlaamse identiteit uit drie afvinkbare eigenschappen bestaat: boreaal, bekrompen en Jacques Vermeire & Ruben Van Gucht.
Door het woord ‘racisme’ niet te vermelden, is er de komende vijf jaar geen racisme in Vlaanderen. Dat heeft de laatste verkiezingsuitslag ook wel geleerd. Racisme bestaat niet.
Ook belangrijk: cultuur. Nee, wacht. Ik zie u al denken. Niet die cultuur. Van dat modern gedoe moet ik ook niks hebben. Dode schilders, vage schrijvers uit het interbellum die het Vlaanderen van weleer missen en mijmerend oostwaarts kijken en de speeches van Geert Bourgeois op 11 juli op DVD. Dat is cultuur. Dingen van vroeger, heel herkenbaar.
Over de scholen: de slimme kindjes zo weinig mogelijk in aanraking laten komen met de domme kindjes, je weet nooit of dat besmettelijk is. En de Europese Unie. Goed als het is om de boeren subsidies te geven en onze bedrijven te laten renderen. Maar voor de rest moet ze de Vlaming niet zeggen hoe die moet leven.
Al die veranderingen. Moet ons dat nu overkomen? Waaraan hebben we dat verdiend? We doen gewoon alsof er niks aan de hand is, oké? En als dat niet lukt luid ‘innovatie’ roepen. Dat klinkt modern. Hebben ze niks van terug.
Ter besluit. We zeggen dat middelmatigheid onze vijand is, maar ons hart begint te schokken van schrik als de dingen een beetje anders gaan dan voorheen. De Vlaming moet weer een cliché van zichzelf zijn. De Vlaming is perfect. Is af. Alles wat nog komt is spijtig.’