Hannelore (6) ontroerd dat werkgeversorganisaties en politici bezorgd zijn om haar persoonlijke toekomst

door The Vremde Mirror

Hannelore (6) begint morgen aan het tweede leerjaar. ‘Politici, werkgeversorganisaties en functieloze opiniemakers zijn allemaal zo bezorgd om mijn persoonlijke toekomst. Echt heel lief.’

© Wikimedia Commons

‘Al weken zijn belangrijke grote mensen aan het discussiëren wat het beste is voor mijn toekomst. Zo belangrijk vinden ze die. Ik zou geen mens zijn mocht het niets met me doen,’ aldus Hannelore.

‘Verwarrend is het wel. De ene wil dat ik ’s ochtends spontaan uit volle borst de Vlaamse Leeuw aanhef en alleen met witte kindjes speel, de ander vindt dat meester Tommy weer moet lesgeven en nog een ander vindt dat ik net wel met bruine kindjes moet spelen. Dat getuigt van veel onwetendheid, daar er alleen maar witte kindjes zijn op mijn school en we rekening moeten houden met de verstandelijke capaciteiten van meester Tommy.’

‘Spijtig, want ik wil niet alleen met witte kindjes spelen. Al mogen we natuurlijk niet overdrijven met gelijke kansen, want voor je het weet wordt er een Afrikaan minister of een moslim. En dat kan voor deukjes zorgen in de zo al broze Vlaamse eigenwaarde. Ik snap dat wel.’

Toch weigert Hannelore streng te zijn. ‘Ik kijk naar de intenties. Politici en werkgevers willen dat ik later slim genoeg ben om de jobs uit te voeren die de economie nodig heeft, want daarvoor leef je toch uiteindelijk, om de jobs te verrichten waar de economie om vraagt. Maar ze willen ook niet dat ik te slim word, want dan zou ik hen tegenspreken en hun leugens blootleggen, wat kan leiden tot onrusten op de financiële markten.’

‘Wat een toeval. Mijn papa heeft net met eigen commentaar een opiniestuk van Jean-Marie Dedecker gedeeld over de lamentabele staat van ons onderwijs heden ten dage en de briljante staat van het onderwijs vroeger. Jammer van papa’s dt-fout in de eerste zin en de twee grammaticale fouten in de tweede en laatste zin. Zes uitroeptekens vind ik ook wat veel. Zal ik het hem zeggen?’