Jambon brengt beroepenwoordenboek uit

door The Vremde Mirror

Omdat er wat verwarring is omtrent de concrete invulling en omlijning van bepaalde beroepen, brengt Jan Jambon (N-VA) een verhelderende gids uit waarin alle beroepen worden gedefinieerd. Een voorproefje.

Advocaat – iemand die ervoor zorgt dat onze rechtsstaat functioneert, maar nu ook niet te hard, gewoon de schijn wekken is reeds ruim voldoende, pfffff, anders zeg, je mag er niet aan denken.

Ambtenaar – geen idee wat die doet.

Brandweerman – redt mensen uit branden, maar eerst de mensen die de economie doen draaien, dan de rest, maar eerst lunchpauze.

Danser – zie moslim.

Dokter – iemand die zieken behandelt, niet alle zieken, maar elke zieke die een eerlijk genezingsproces verdient. (zie ook bijlage achteraan voor de volledige lijst wie medische bijstand verdient en wie homeopathie)

Garnalenpeller – iemand die garnalen pelt.

Journalist – iemand die ervoor moet zorgen dat de waarheid aan het licht komt als het over links gaat, als dat niet lukt bericht over elke asielzoeker of illegaal die Theo op een vliegtuig zet.

Minister, radiopresentator bij Joe – iemand met een uitgesproken buikgevoel, die zich te allen tijde hierdoor laat leiden en begrijpelijkerwijs verongelijkt reageert wanneer een ander met een rationeel onderbouwde argumentatie die duidelijk wel weet waarover het gaat zich durft te mengen, omdat zo de eigen knulligheid pijnlijk zichtbaar wordt.

Presentator van Van Gils & Gasten – vakman, altijd beleefd, stelt nooit ongemakkelijke vragen, onderbreekt je niet wanneer je in een slachtofferrol kruipt of je nu politicus bent of niet, waren ze allemaal maar zo.

Projectontwikkelaar – echt goede mensen, ik kan dat niet vaak genoeg benadrukken.

Rechter – iemand die schaamteloos bakken geld verdient in de migratie-industrie.

Straathoekwerker – lemma is verplaatst naar het hobbywoordenboek.

Vakbondsafgevaardigde – iemand die werknemers het gevoel moet geven dat er iemand voor ze opkomt: niet te veel, nee, vooral niet te veel.

Vakkenvuller – zie politicus, ah met de V, ik had iets anders gelezen.