The Vremde Mirror

Enkele voetbalfundamentalisten hebben een Pakistaanse cartoonist bedreigd wegens een spotprent over Steven Defour. Het gaat naar alle waarschijnlijkheid over niet-Syriëstrijders die zich verschansen in de buurt van Anderlecht. De cartoonist krijgt nu politiebewaking en twee militairen voor zijn slaapkamerdeur.

Een cartoon van tekenaar K. Rachi in het satirische weekblad Inchallah-Hebdo drijft de gespannen verhoudingen tussen het Westen en de islam nog wat verder op de spits. Op deze cartoon staat de Belgische voetballer Steven Defour afgebeeld. Not done en heel beledigend volgens het Westen. Volgens islamitische schriftgeleerden is lachen met Steven Defour niet strijdig met het geloof.

Op de bewuste cartoon maakt Steven Defour een obsceen gebaar. ‘Dit getuigt van een totaal gebrek aan respect voor onze cultuur, voor onze normen en voor onze waarden,’ vertelt Mo V., één van de voetbalfundamentalisten uit Anderlecht die achter de bedreigingen aan het adres van de Pakistaanse cartoonist zitten. ‘Zo de spot drijven met Steven Defour valt niet onder vrijheid van meningsuiting, maar dit is kwetsen om te kwetsen en kan niet onbestraft blijven.’

Vele moslims begrijpen niet dat de westerlingen zo op hun tenen getrapt zijn door de cartoon. ‘Dit is humor en ironie,’ aldus de mediamoslim Dyab Abou Jahjah. ‘Een humoristische bewerking van een rondzwervende foto. Dat ziet toch het kleinste kind. Van de profeet Mohammed mogen we zo vaak als we maar willen lachen met Steven Defour. Dat staat duidelijk in de Koran. Ik weiger me dus te distantiëren van de inhoud van de cartoon. Als we niet opletten dan bereiken de voetbalfundamentalisten hun doel: het afnemen van onze verworven vrijheden.’

De bedreigingen zelf worden door de Pakistaanse autoriteiten zeer serieus genomen. De cartoonist krijgt politiebescherming, terwijl het conflict verder dreigt te escaleren. In Brussel vond er gisteren een grote manifestatie plaats waarbij duizenden voetbalaanhangers hun ongenoegen over de cartoon lieten blijken en ‘Defour Pitabar!’ riepen.